Waterschap stelt maaipaden niet langer beschikbaar
Noorderzijlvest stopt met de pilot waarbij de maaipaden ingetekend mochten worden als landschapselement onder de eco-regeling Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB). Dit betekent dat het niet langer mogelijk is om maaipaden van het waterschap in bruikleen te nemen.
Conclusie na evaluatie
Het dagelijks bestuur van Waterschap Noorderzijlvest komt tot deze conclusie na het evalueren van de pilot die vorig jaar startte. De regels die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) uitvoert, zijn inmiddels aangescherpt. Dat betekent dat nu individuele gebruikersovereenkomsten nodig zijn. Dat kost veel tijd en capaciteit en weegt onvoldoende op tegen de voordelen voor het waterschap.
Bedoelde win-win situatie
Het voordeel voor het waterschap zat vooral in het (met toestemming) gebruik kunnen maken van percelen van agrariërs om onderhoud te kunnen plegen aan de watergangen van het waterschap. Dat zou dan kunnen met breder (en veiliger) materieel. Uit de pilot blijkt dat enkele agrariërs hier toestemming voor hebben gegeven en dat daarmee de meerwaarde voor het waterschap te beperkt is. De agrariërs die gebruik maakten van de regeling mochten maaipaden van het waterschap intekenen als landschapselement om in aanmerking te komen voor subsidies voor duurzame en toekomstbestendige landbouw die de RVO verstrekt.
Gevolgen nieuwe situatie
Bij de start van de pilot, in maart 2023, was een mondelinge afspraak nog voldoende volgens de RVO. Met de aanscherping van de regels moet met elke individuele agrariër afspraken gemaakt worden over een tegenprestatie voor het in bruikleen nemen van de maaipaden. Het moet hier gaan om een aantoonbare bovenwettelijke tegenprestatie. Daarnaast is het noodzakelijk een toets te doen of er sprake is van staatssteun bij het in bruikleen nemen van de maaipaden.
Om al deze individuele afspraken te maken, te rapporteren, te handhaven, te evalueren en te ontwikkelen is te veel tijd en capaciteit nodig.
Mogelijk vervolg
Wel gaat waterschap Noorderzijlvest samen met de sector onderzoeken wat eventuele mogelijkheden zijn voor 2025 en de jaren daarna binnen de nu geldende regels.