Maaien van watergangen
Sloten, maren, beken en kanalen hebben een belangrijke functie. Ze houden water vast en voeren het water af en aan. Om te zorgen dat watergangen niet dichtgroeien, maaien we de oevers, taluds en waterbodems.
Waarom maaien we?
Ieder jaar maaien we langs en in watergangen. Dat doen we zodat er in watergangen genoeg ruimte is om water aan te voeren als er een tekort aan water is. Water dat van voldoende kwaliteit is om gewassen te beregenen. Er moet ook genoeg ruimte zijn om teveel water af te voeren als er heel veel neerslag valt.
We maaien om wateroverlast en droogte te voorkomen. En om het water schoon en gezond te houden. We maaien bijvoorbeeld niet alles weg. We willen ook de natuur ruimte geven. Hoe meer verschillende planten en diersoorten bij en in het water, hoe schoner het water wordt.
Hoe maaien we?
We maaien ongeveer 2500 kilometer aan watergangen. We hebben per watergang bepaald wat we maaien en hoe vaak per jaar. Voor het maaien gebruiken we trekkers met maaiers, maai-hark aanbouw en kranen met maaikorven of maaiboten.
We maaien langs watergangen zodat we goed zien wat we doen als we in de watergang waterplanten weghalen. Zo kunnen onze mensen veilig werken.
Hebben we genoeg zicht? Dan maaien we de taluds vooraf niet. Kunnen we niet goed zien wat we doen? Dan maaien we het talud aan één kant.
Soms is een watergang heel smal. Ook daar moeten we goed bij kunnen om te zorgen dat de watergang niet dichtgroeit. Dan maaien we beide kanten. In veel gevallen kunnen we elk maaiseizoen aan één kant riet laten staan. Dat bevordert het leefklimaat voor planten en dieren in en langs het water.
Wanneer maaien we?
We willen vooral maaien tussen 15 juli (einde broedseizoen) en 1 november. In groeizame warme voorjaren groeien waterplanten snel. Dat belemmert de goede aan- en afvoer van water. Met vaker warmer weer vroeger in het voorjaar, kunnen we het maaiwerk op sommige plekken niet langer uitstellen. We beginnen bij zulke omstandigheden al in mei, dus nog tijdens het broedseizoen. We doen dat zorgvuldig. Onze mensen en onze aannemers hebben oog voor de natuur. We werken met de gedragscode voor waterschappen. Zo sparen we de helft van de watergang door aan één kant te maaien.
Niet alle watergangen worden vanaf het voorjaar of zomer gemaaid. Sommige worden alleen in het najaar schoongemaakt omdat deze voor de aan- en afvoer van water minder belangrijk zijn.
Bij het maaien laten we voldoende ruimte voor verschillende soorten planten en dieren. Daar wordt het water schoner en gezonder van.
Gedragscode Flora- en faunawet voor de waterschappen
In ons werk houden we met verschillende afspraken rekening. Zo ook met Europese richtlijnen en de Flora- en faunawet. Dat heeft gevolgen voor ons dagelijks werk. Om ons daarbij te helpen, is er een veldgids voor ons werkgebied met werkafspraken voor beschermde planten en dieren. Medewerkers in het veld werken met de gids. Aannemers en organisaties die voor ons werken maken hier ook gebruik van.
Exoten bestrijden
De grote waternavel is een exoot die ervoor zorgt dat watergangen heel snel dicht groeien. In ons werkgebied komt dat vooral in het Westerkwartier veel voor. Onze inzet is om deze exoot niet verder te laten verspreiden.
In 2021 zijn we daar al in april mee begonnen.
Meer informatie over de bestrijding van exoten: Exoten bestrijden