€ 30 miljoen voor ecologie Lauwersmeerdijk en prioriteiten voor watererfgoed

Het algemeen bestuur heeft woensdagavond 24 april vergaderd. Het bestuur nam besluiten over onder meer de financiering van al aangekondigde ecologische koppelprojecten bij de versterking van de Lauwersmeerdijk. Daarnaast prioriteert het algemeen bestuur investeringen om noodzakelijk onderhoud aan watererfgoed te kunnen doen.

Plussen voor ecologie bij dijkversterking

Vorig jaar is de dijkversterking Lauwersmeerdijk gestart. Voor twee van de in totaal vijf koppelkansen is destijds al krediet verleend: de realisatie van de 2e ontsluitingsweg naar de haven in Lauwersoog en het groot onderhoud aan de westelijke havendam. Nu heeft het waterschap als opdrachtgever een krediet van ruim € 30 miljoen verleend voor drie ecologische projecten langs het traject van de dijkversterking. Deze drie projecten hebben tot doel de ecologische waarden langs dit deel van de Waddenkust en het achterland te vergroten en de harde overgang tussen zoet en zout water te verzachten.
Dit bedrag wordt volledig gefinancierd door belangrijke partners als het Waddenfonds (ruim € 13 miljoen), het Programma Aanpak Grote Wateren van de ministeries I en W en LNV (€ 16 miljoen), de provincie Groningen (ruim € 3 miljoen) en het compensatiefonds Tennet (€ 500.000). Het gaat om de volgende projecten:

Natuurlijke overgang tussen Wad en dijk

Aan de teen van het landelijke deel van de Lauwersmeerdijk wordt met kunstmatige riffen en getijdenpoelen een natuurlijke en geleidelijke overgang gerealiseerd tussen het Wad en de dijk. Zo ontstaan meer geschikte leefgebieden voor schelp- en weekdieren. Vissen en vogels krijgen er een voedselrijker gebied bij. 

Uitbreiding van de kwelder bij Westpolder

Ten oosten van de Lauwersmeerdijk bij de Westpolder worden rijshouten dammen aangelegd. Dat zorgt op termijn voor een divers gebied met hoogteverschil door opslibbing en erosie. De nieuwe kwelder die zo ontstaat, zorgt ook voor een zachtere overgang van het Wad naar de dijk. Vissen krijgen zo – samen met de natuurlijke overgang en het getijdengebied Marnewaard een groter gebied om te kunnen schuilen en te groeien.
Deze zone draagt op de lange termijn aan de veiligheid bij hoogwater: het nieuwe kweldergebied heeft een remmende werking voordat hoogwater de zeedijk bereikt.

Getijdengebied Marnewaard

Hier wordt een brakwatermilieu gerealiseerd achter de Lauwersmeerdijk. Dat vergroot de biodiversiteit en verbetert de waterkwaliteit. Er wordt een getijdenduiker in de dijk aangelegd. Via deze duiker kan zeewater gecontroleerd en binnen peilgrenzen in en uit het brakwatergebied stromen. 

Planning en starthandeling

Het werk start met de aanleg van de getijdenduiker en het getijdengebied. De kwelderontwikkeling volgt later dit jaar. De natuurlijke overgang volgt in 2025. 
Op 3 juni vindt de starthandeling plaats rond deze koppelprojecten. Op 8 juni volgt er een open dag voor het publiek waarbij een tour over de dijkversterking gemaakt kan worden. Hierbij worden ook de locaties van deze plussen voor de ecologie bezocht.

Prioriteiten in aanpak watererfgoed

Het algemeen bestuur heeft ingestemd met programma ‘Watererfgoed’. Daarin staat in welke cultuurhistorische objecten de komende jaren geïnvesteerd wordt. Dat doet het waterschap omdat het waterbeheer een belangrijke rol heeft gespeeld in de geschiedenis en het ontstaan van het landschap. Het erfgoed draagt bij aan het verhaal van het waterschap. Daarom maakt het waterschap werk van het toegankelijk kunnen blijven van cultuurhistorische objecten.
De prioriteiten liggen voor de eerstkomende jaren vooral bij momumenten die nog een functie hebben, veelal rijksmonumenten: het onderhoud van het dak van gemaal De Waterwolf (vorig jaar al separaat besloten), het dak van waarhuis Schaphalsterzijl en sanitaire voorzieningen in waarhuis Schouwerzijl en een aantal oude sluizen bij Veenhuizen. In 2026 en 2027 volgt de resterende aanpak van waarhuis Schaphalsterzijl en Aduarderzijl. Dan is ook is de sluis bij Noordpolderzijl aan de beurt. Voor dit werk reserveert het algemeen bestuur € 5,5 miljoen tot 2030.